Re-Bel e-book 13, Published in English, Dutch and French in September 2013, 47 pages
Moeten de Brusselse gemeenten fusioneren? Ervaringen uit Antwerpen, Wenen en Berlijn
Faut-il fusionner les communes bruxelloises?Les expériences d’Anvers, Vienne et Berlin
Lead Piece by Wouter Van Dooren & Dave Sinardet
Abstract
On the one hand, more competences must be exercised at the regional level of Brussels Capital. On the other, there must remain a level of political participation closer to the citizens. On these propositions, there is today a broad consensus. There are, however, fundamentally two distinct ways of reconciling these two demands. One consists in transferring to the Region a number of competences currently exercised by the communes, while keeping these as they are or even increasing their number. The other consists in merging all nineteen existing communes into a single one coinciding with the Region, while simultaneously creating a number of districts whose borders may or may not coincide with those of today’s communes.
In order to guide the choice between these two options, this e-book — the first one to be published in all three languages, proposes to learn from experience in three other cities: Antwerp, the Belgian city which is size-wise most comparable to Brussels, and two cities which, like Brussels, are both capital cities and components of a federation: Berlin and Vienna. A critical reflection on the achievements and problems linked to the internal organization of those three cities will not settle the issue. But it is a useful ingredient in a serene and uninhibited discussion on the indispensable reform of Brussels’ institutions.
Samenvatting
Vandaag bestaat er een brede consensus dat het gewestelijke niveau in Brussel meer bevoegdheden moet krijgen en dat er een niveau van beleidsparticipatie moet zijn dat dichter bij de burger staat. In principe zijn er twee manieren om deze twee eisen te verzoenen. Een: een aantal bevoegdheden die momenteel in handen zijn van de gemeenten overdragen aan het gewest, met behoud van de gemeenten of zelfs een uitbreiding van het aantal. Twee: de huidige negentien gemeenten fusioneren tot één enkele gemeente binnen de huidige grenzen van het gewest, met tegelijkertijd zoals in Parijs en Antwerpen arrondissementen of districten die al dan niet overeenkomen met de huidige gemeenten.
Om tussen deze twee opties te kunnen kiezen is het nuttig te leren van de ervaringen van andere steden: Antwerpen, de Belgische stad die qua omvang het meest vergelijkbaar is met Brussel, en twee buitenlandse steden die – zoals Brussel – tegelijk het statuut van hoofdstad hebben en een federale entiteit zijn: Berlijn en Wenen. Een kritische reflectie op de ervaring van deze drie steden zal de kwestie niet regelen maar vormt een nuttig ingrediënt van een serene, taboeloze discussie over de noodzakelijke hervorming van de Brusselse instellingen.
Résumé
D’une part, le niveau régional de Bruxelles-Capitale doit disposer de davantage de compétences. D’autre part, il doit subsister un niveau de participation politique à un niveau plus proche des citoyens. Il y a aujourd’hui un large consensus sur ces deux propositions. Mais il y a fondamentalement deux manières de les concilier. L’une consiste à transférer à la Région un certain nombre de compétences actuellement exercées par les communes tout en conservant celles-ci, voire en en accroissant le nombre. L’autre consiste à fusionner l’ensemble des dix-neuf communes actuelles en une commune unique dont les limites seraient celles de la Région, tout en créant simultanément, comme à Paris ou Anvers, des arrondissements ou districts correspondant ou non aux communes actuelles.
Pour guider le choix entre ces deux options, cet e-book — le premier à être publié dans les trois langues — propose d’apprendre des expériences d’autres villes: Anvers, la ville belge qui, par sa taille, est la plus comparable à Bruxelles, et deux villes étrangères qui, comme Bruxelles, ont à la fois un statut de capitale et d’entité fédérée : Berlin et à Vienne. Une réflexion critique sur les réussites et les problèmes liés à l’oganisation interne de ces trois villes ne tranchera pas la question. Mais elle constitue un ingrédient utile pour une discussion sereine et sans tabou sur la réforme indispensable des institutions bruxelloises.